Woorden komen hier niet langer op afspraak, maar vallen spontaan binnen. Steeds vaker blijven ze weg — alsof ze hun eigen gezegde (en gezwegen) hebben gevonden van: Spreken is zilver, zwijgen is goud.

schrijven is verklaren, niet-schrijven is klaar.
— Source?

Zinken of Zwemmen


Brief van mijn vader, 31 aug 2023, 07:09

Lieve Renate,

Als dit is wat jij onder diepgang verstaat, dan wil ik daar best op voortborduren. Laat ik maar bij je eindconclusie beginnen, dat ik jou zou zien als een nog grotere loser van een loser. Ik zal het woord loser dan ook niet meer gebruiken, omdat jij daar een andere beleving bij hebt dan ik? Het is dus in mijn ogen een foute conclusie, in ieder geval niet de mijne. Maar mocht ik je in jouw ogen daarmee hebben gekwetst, dan spijt mij dat. Dat was zeker niet de bedoeling.

Dat je M. hebt vergeven is natuurlijk mooi, maar kan je ooit iemand écht vergeven voor wat je is aangedaan? Ik heb je moeder ook vergeven voor wat mij is aangedaan, maar soms denk ik er toch wel eens aan terug en constateer ik dat het mijn leven, en ook dat van haar, wel sterk heeft beïnvloed.
Nu terugkijkend en zien wat ik er voor teruggekregen heb, te weten een heel nieuw en ander leven in Malaysia met een liefhebbende vrouw, dan is dat het zeker waard geweest. Dus ja vergeven is één, vergeten is iets anders.

Je had het over tegenstrijdige uitlatingen van mij?
Dat zou best kunnen omdat soms mijn gevoel over een bepaald onderwerp sterk kan afwijken van een eerdere beleving. Maar echt tegenstrijdig zijn ze meestal nooit, dus dat is echt voor jouw rekening. Misschien heb je wel gelijk dat gevoelens er in de loop der tijd niet minder op worden, dus zal het meer de manier zijn waarop ik er mee omga? Ze worden misschien juist wel heftiger, lees emotioneler. Dus ja, daar heb je wel een punt.

Mij druk maken over wat er zoal om mij heen gebeurt, dat zal wel in de aard van het beestje zitten. Ik kan mij nog steeds mateloos ergeren aan de politiek in Nederland, ook al ben ik daar nauwelijks bij betrokken. Ik neem zelfs al niet eens meer de moeite om op de ambassade te gaan stemmen. Zou eigenlijk niet eens meer weten op welke partij en op wie? Ik denk dat ik nu op de NSC zou stemmen, die Pieter Omtzigt spreekt mij wel aan.

Wat mij wel erg aan het hart gaat, is de oorlog in Oekraïne en dan met name het onzinnige ervan. Begrijp mij niet verkeerd, Putin is dit begonnen en heeft er voor gezorgd dat duizenden mensen op de vlucht zijn geslagen en hun geliefden hebben verloren. Sommigen zijn dan van mening: waarom stoppen ze niet gewoon? Maar zo simpel is dat niet. Dat hebben wij in 1944 ook niet gedaan, toen Nederland door de Duitsers verwoest en bezet werd.

Terug naar de diepgang en het analyseren van mijn hersenspinsels.

De kleur van de bril waardoor we, jij en ik, de dingen toch anders schijnen te zien?
Mijn bril zal dan wel donkerder zijn dan die van jou gezien onze verschillende achtergronden, al zouden die nagenoeg hetzelfde moeten zijn.

Ik heb eigenlijk weinig zin om over het verleden te praten omdat dat meestal alleen maar oude wonden open maakt die nog niet helemaal geheeld zijn. Belangrijker is wat de toekomst voor ons gaat betekenen. Hoe was het ook alweer? “Gedane zaken nemen geen keer.” We leven in een wereld die sterk aan het veranderen is en die wordt bepaald door de beslissingen die we nu nemen. Als je de klimaatsveranderingen ziet, word je niet vrolijk. Dus ben ik best bezorgd over de toekomst van de mogelijke kinderen van B., voor mij dus 3 generaties verder. De geleerden hebben het alleen nog maar over 2050, dat maak jij nog mee. Ik waarschijnlijk niet.
We praten dus over het einde van deze eeuw, hoe ziet de wereld er dan uit? Ik weet wel dat we daar weinig invloed op hebben, maar toch is het niet iets om zomaar naast je neer te leggen.

Ik zie dat ik van mijn diepgang begin af te wijken? Het zal wel aan mijn pragmatische instelling liggen. Ik ben niet zo goed in de zachtere kanten van het leven.
Ik hoop dat ik toch een klein beetje heb bijgedragen tot een wat diepere discussie betreffende gevoelens die mogelijk gekwetst waren of zijn?

Ik heb de wijsheid zeker niet in pacht en jij trouwens ook niet, dus zullen we altijd fouten blijven maken. Laten we hopen dat we ervan kunnen leren.
Misschien kunnen we toch nog een beetje van elkaar blijven houden ondanks onze verschillen van mening.

Blijf gezond,
Love you,

Pap.


The sea gives and the sea takes. Water connects all things. Life to death. Darkness to light.
— Lo’ak in The Way of Water

I love you

Het meest treffende van deze brief vind ik zijn afsluiting. Mijn vader spreekt nagenoeg nooit uit dat hij van me houdt en schrijft het ook niet. Mijn moeder ook niet trouwens. Dit viel me voor het eerst op toen ik op de middelbare school bevriend raakte met M., die net terug was in Nederland. Ze was 12 jaar eerder met haar familie gemigreerd naar Australië en de eerste die me altijd - iedere keer dat we afscheid namen - zei: I love you, gevolgd door een stevige omhelzing en idem kus op de wang. Als ik de kunstwerkjes van schoolagenda’s er op na sla uit die tijd - volgeschreven en -geplakt met puberale belangrijkheden - zie ik dat we feitelijk hetzelfde deden als mijn dochter nu doet via Snapchat. We liketen toen ook alles (van) alles en iedereen met wie we ons een clubje gelijkgestemden waanden. Het duimpje omhoog was toen nog niet uitgevonden, maar de hartjes en de x-jes werden niet minder rijkelijk rondgestrooid dan nu.

Het verschil tussen het gezin van vriendin M. en dat van mij was huge. En dat wisten we ook, we spraken erover. Door hun emigratie waren ze op elkaar aangewezen geweest en super close geworden, terwijl het huwelijk van mijn ouders begin jaren negentig op springen stond en ons gezin langzaam maar zeker uit elkaar viel.

Die ‘stevige’ omhelzingen en i-love-you’s waren snel aangewend in een tijd waarin het gebruikelijk was om familie en bekenden alleen maar drie kussen te geven. Althans, in mijn kringen. ‘Knuffels’ waren zeldzaam. En degenen die je wel wilde knuffelen (ik had zo’n ‘oom’) waren verdacht... In de relatie met mijn vader waren knuffels en ik-hou-van-jou’s non-existent. Zelfs toen mijn ouders gescheiden waren en mijn vader in Brunei woonde bleef de begroeting bij ons halfjaarlijkse weerzien en het afscheid bij vertrek op een vreemde manier afstandelijk.

Een hand en drie kussen

Mijn vader stak zijn hand uit en volgde dat gebaar op met drie kussen op de wang. Hij kon niet anders, dat voelde ik aan alles. En ik kon het niet doorbreken, terwijl de wens ertoe, vooral bij het afscheid nemen destijds, er altijd wel was. Ik kreeg altijd een brok in mijn keel, die ik tijdens die drie kussen goed had leren wegslikken om het ongemak voor iedereen tot een minimum te beperken.

Was het erg? Nee, het was wat het was: ongemakkelijk, omdat ik zag en had geleerd van mijn vriendin dat het ook anders kon. En omdat ik het ook anders wilde, zoals bij haar thuis. Toen mijn vader hertrouwde met een Chinese (opgegroeid in Maleisië) ging het er met dit tonen van affectie en emoties in het openbaar niet op vooruit. Waar mijn vader mijn moeder bij thuiskomst van zijn werk altijd een kus gaf op de mond, heb ik dit mijn vader tot op de dag van vandaag nooit zien doen bij zijn huidige vrouw S. Nu kan het zijn dat ze ander gedrag vertonen achter gesloten deuren, maar ik heb ze op het uiten van affectie nooit weten te betrappen. Althans, niet in mijn bijzijn.

Het zal iets zijn van de Chinese cultuur, waarin het tonen van emoties in het openbaar wordt gezien als onnodig of zelfs ongepast. Ook als ik wel eens meeging naar de familie van S. was het meer van: “Hoi, hoe is het?” (je komst wordt opgemerkt) en je gaat weer verder met waar je mee bezig bent. Heel bevrijdend ergens (denk ik nu), maar wennen voor iemand met een totaal ander idee bij ‘passende omgangsvormen’ en een ander verwachtingspatroon. Grappig genoeg werd mijn vader wel altijd zeer warm onthaald als de man van de oudste dochter (en de enige westerling in het grote Chinese gezelschap. Ik leerde pas veel later over de hiërarchie in het Chinese gezin, waarin respect en status een grote rol spelen. De positie van mijn vader als echtgenoot van de oudste dochter gaf hem automatisch een soort eerbiedige status, ook al was hij niet Chinees.

Onverbiddelijk

Hoewel mijn moeder me leerde dat mijn vader een ‘harde’ man is (iets wat hij tot op de dag van vandaag niet tegenspreekt), en uit een ‘koud’ gezin komt waarin veel ruzie werd gemaakt tussen mijn opa en oma, heb ik nooit een hekel aan hem gehad. Ik was ook niet bang voor hem. Hij schijnt me ooit een keer een klap te hebben gegeven, maar daar herinner ik me niets van. Ja, hij was vrij streng en rechtlijnig, maar geen gewelddadige of intens harteloze man. Ook de populaire labels ‘autist’ en ‘narcist’, die tegenwoordig overal wildgeplakt worden, passen niet bij hem. Ik was alleen bang als hij boos werd op mij en mijn broertje of als hij ruzie maakte met mijn moeder. Niet omdat hij zo boos was, maar omdat hij in zijn boosheid deuren kon dichtslaan en die voor altijd dicht kon laten.

Deuren openen

Hij heeft iets onverbiddelijks in zich. En als zijn dochter heb ik met name daarmee jarenlang geworsteld, omdat ik ergens geloofde dat ik die deuren die hij dichtsmeet, telkens weer open moest maken. Ik denk dat ik het deed omdat ik dacht dat ik het kón. En omdat ik ervan overtuigd was dát ik het kon, leek ik mijn verdriet om door hem verlaten te zijn, of niet door hem begrepen te worden, te verbergen achter dat schijnbare vermogen. Het gaf me een vals gevoel van controle, alsof ik door die deuren weer te openen, de kloof tussen ons kon dichten en zijn afstandelijkheid ongedaan kon maken.
Misschien was dat altijd al mijn les: die deur gesloten laten, om te zien dat wat hij achterliet, niet per se mijn verantwoordelijkheid was. En misschien durf ik dit voor het eerst aan. Vooralsnog lijkt hij ‘m zelf op een kier te willen houden…

Het Ruime S(l)op

De Slag om Helder Water